22.05.2014
De impliciete verklaring op erewoord en het gebruik van TELEMARC
Dit nieuwsbericht is ge-update op 14 juli 2016, naar aanleiding van de nieuwe wetgeving overheidsopdrachten.
Wet overheidsopdrachten 2006
Opdrachten geplaatst vanaf 3 maart 2014 vallen onder toepassing van het eerste reparatie-K.B. van 7 februari 2014, dat wijzigingen doorvoert aan het KB Plaatsing van 15 juli 2011.
Met het reparatie-K.B. werden 2 nieuwe technieken ingevoerd, die verband houden met de TELEMARC-toepassing:
- Verplicht gebruik van de techniek van de ‘impliciete verklaring op erewoord’ (art. 60§1 en art. 61§4 KB Plaatsing) waarbij de inschrijver door het indienen van een offerte verklaart dat hij zich niet in één van de ‘uitsluitingsgevallen’ bevindt;
- De introductie van het attest ‘fiscale schulden’ (voor Belgische inschrijvers), dat door de aanbestedende overheid zelf voor elke inschrijver (dus niet enkel de best gerangschikte) moet worden geverifieerd binnen 48u na de openingszitting, en dient te worden toegevoegd aan het administratief dossier (art. 63§2 KB Plaatsing).
Impliciete verklaring op erewoord
Uit artikel 60§1 (dat niet werd gewijzigd) en artikel 61§4 K.B. plaatsing volgt dat de aanbestedende overheid de inschrijvers niet meer mag verplichten om documenten inzake de uitsluitingsgronden en de selectiecriteria bedoeld in artikel 58 bij hun offerte te voegen, welke zij kosteloos elektronisch kan raadplegen.
De aanbestedende overheid gaat enkel voor de als opdrachtnemer in aanmerking komende inschrijver (dus: de best gerangschikte inschrijver) via elektronische middelen na of deze onder één van de uitsluitingsgronden valt (behalve voor het attest ‘fiscale schulden’!).
Het hiervoor bedoelde elektronisch nazicht gebeurt door de aanbestedende overheid via de toepassing Telemarc die toegankelijk is via het elektronisch loket Digiflow. Via deze toepassing kan de aanbestedende overheid de volgende documenten elektronisch opvragen. De inschrijvers dienen deze dus niet meer toe te voegen aan hun offerte.
- de jaarrekeningen ingediend bij de Nationale Bank;
- het attest van aangifte en van betaling van de socialezekerheidsbijdragen van de RSZ;
- het attest van btw-plichtigheid (via de FOD Financiën);
- de juridische situatie van de ondernemingen (niet-faillissement of soortgelijke situatie) bij de Kruispuntbank van Ondernemingen (of KBO);
- het attest fiscale schulden (via de FOD Financiën);
- de erkenning der aannemers van werken (via de FOD Economie).
Het uittreksel uit het strafregister is nog steeds niet raadpleegbaar via Telemarc en moet dus in principe worden opgevraagd bij de inschrijver die voor gunning in aanmerking komt. In veel gevallen wordt gevraagd om het uittreksel bij de offerte te voegen.
In wezen is elke aanbestedende overheid verplicht om Telemarc te gebruiken, indien zij hier toegang toe heeft. Vandaag kunnen alle aanbestedende overheden toegang vragen tot Telemarc , maar de toepassing lijkt vooral bij kleinere aanbestedende overheden (lokale besturen, scholen, ziekenhuizen,…) weinig bekend. (Te) veel aanbestedende overheden vragen nog een fysieke kopie van de voornoemde documenten, terwijl deze met één muisklik online beschikbaar zijn.
Voor buitenlandse inschrijvers, geldt het voorgaande niet. Telemarc bevat immers enkel de gegevens van Belgische inschrijvers. Een Belgische aanbestedende overheid zal niet of uiterst zelden toegang hebben tot gelijkaardige databanken in andere EU lidstaten. Buitenlandse inschrijvers zullen de documenten dus zelf moeten aanleveren, indien de aanbestedende overheid daarom verzoekt.
Attest fiscale schulden
Het attest ‘fiscale schulden’ wordt het verzameldocument voor alle fiscale verplichtingen van een onderneming ten aanzien van de FOD Financiën. Zodoende wordt in artikel 63§2 KB Plaatsing – voor de Belgische inschrijver – niet langer verwezen naar de ‘beroepsmatige fiscale verplichtingen’, maar wel naar de naleving van de verplichtingen ten opzichte van de FOD Financiën.
Wanneer de overheid gebruik maakt van de impliciete verklaring op erewoord (en de inschrijvers het attest dus niet bij hun offerte voegen), moet het attest door de aanbestedende overheid voor elke inschrijver worden geconsulteerd via de elektronische toepassing Telemarc binnen 48u na de opening van de offertes.
Lees meer
Meer toelichting over de TELEMARC-toepassing en het gebruik van de impliciete verklaring op erewoord, vindt u:
- op de website van de Dienst Administratieve Vereenvoudiging.
- in dit filmpje
- Nieuwe handleiding over toegang krijgen tot Telemarc
Wet overheidsopdrachten 2016
In uitvoering van artikel 41 van de richtlijn 2014/24/EU, voorziet artikel 73 van de nieuwe wet overheidsopdrachten de invoering van het Uniform Europees Aanbestedingsdocument (UEA), dat een gelijkaardige procedure invoert als de ‘impliciete verklaring op erewoord’.
De inschrijvers zijn enkel verplicht om het UEA toe te voegen aan hun offerte en verklaren zo dat zij zich niet in een geval van uitsluiting bevinden en voldoen aan de in het bestek vooropgestelde selectiecriteria. Het standaarddocument werd vastgesteld bij Verordening 2016/7 van de Europese Commissie.
Dankzij het UEA is het niet nodig dat een inschrijver meteen alle vereiste certificaten, getuigschriften e.d. toevoegt aan zijn off erte. De aanbestedende overheid zal deze documenten enkel opvragen (of raadplegen via Telemarc) aan de inschrijver die in aanmerking komt voor gunning van de opdracht.
Nieuw is dat lidstaten worden ‘opgeroepen’ om hun nationale databanken ter beschikking te stellen voor andere lidstaten, zodat ook zij opzoekingen kunnen doen. Dit zal wellicht een werk van lange adem worden.
Via de toepassing e-certis – vermeld in artikel 76 van de nieuwe wet overheidsopdrachten, kan per lidstaat worden nagegaan welke certificaten, getuigschriften e.d. worden gevraagd in het kader van overheidsopdrachten, tot bewijs dat zij zich niet in een uitsluitingsgrond bevinden of dat voldaan is aan de selectiecriteria. Elke lidstaat dient in e-certis aan te geven welke nationale certificaten, getuigschriften e.d. gehanteerd worden, met aanduiding van (de contactgegevens van) de bevoegde (overheids)dienst die instaat voor het opstellen van deze documenten.